Dag 13

Toen we vanuit Jordanië de grens overstaken, heb ik niet doorgehad dat we ook de Palestijnse douane hebben gepasseerd. Het was een wat onoverzichtelijke toestand. Ik vond het al zo merkwaardig dat we langs 3 loketten moesten. Maar goed, naderhand hoorde ik dat 1 daarvan de Palestijnse douane was.

In de shuttlebus over de Allenby-brug naar de Israëlische douane beklaagde een Amerikaanse rabbi zich over de chaotische toestand die we zojuist achter de rug hadden. Daardoor verwachtte ik een ordelijke toestand aan Israëlische zijde. Dat bleek een vergissing.

Toen we de shuttlebus uit moesten, was het niet nodig om onze bagage mee te nemen. Die zouden we later terugvinden, zo werd gezegd. We liepen een hal binnen en sloten aan bij een hele lange rij. Geen idee waarvoor we in de rij stonden, er waren geen aanwijzingen. Na een tijd kwam een aardige Israëlische beambte langs, zij riep iets, geen idee wat, maar toen zij ons paspoort zag, vertelde zij ons dat we in de verkeerde rij stonden.

Met een heel clubje hobbelden we naar een andere ruimte. Daar vonden we ook onze bagage. Uit niets bleek wat de bedoeling was. Er stonden wel zuilen waar we onze paspoorten konden scannen maar die waren niet bedoeld voor Europeanen.

In een hokje zagen we een Israëlische uitgebreid telefoneren, het leek op afstand meer een prive-belletje. Met z’n allen besloten we te wachten. Een meneer dacht een beambte aan te spreken, maar hij werd gewoon opzij geduwd. De telefoneerde mevrouw kwam later ook voorbij, toen haar iets gevraagd werd, ‘zei’ zij slechts “wait!!”.

Na een half uur of zo liepen een aantal mensen naar een loket. De groep volgende. Uit een kamertje kwam kwam een Israëliër. Die begon te schreeuwen. “What are you doing!! We are closed!! Back!! Back!!”

Toen ik hier afgelopen nacht aan terug dacht, raakte ik gefascineerd door de klaarblijkelijke eeuwenoude uitwerking die 1 schreeuwende man met macht op een grote groep fatsoenlijke mensen kan hebben. Je verwacht gewoon niet zo behandeld te worden. Je wordt erdoor overrompeld. En daardoor gehoorzaam je. Onderdanig, slaafs – en dat is precies wat de machtigen verwachten.

Vorig jaar bevond ik mij hier in gezelschap van een psychiater. In mijn herinnering vertelde zij dat slachtoffers van geweld daar globaal op twee verschillende manieren op kunnen reageren.

(Of heb ik dit al eerder geblogd?)

Er zijn slachtoffers die tot de overtuiging komen dat wat hen is aangedaan anderen nooit mag overkomen. Zij worden bijvoorbeeld actief in protestgroepen en groepen die zich inzetten voor gelijkwaardige rechten voor alle mensen.

De andere reactie is dat slachtoffers het kwaad dat hen is aangedaan gaan herhalen jegens anderen. Op basis van vergelding of wraakgevoelens. Of simpel met een idee als ‘en nou is het mijn beurt!’. Oude slachtoffers worden dan nieuwe daders.

Met de Europese geschiedenis van de vorige eeuw in herinnering vond ik de ervaringen bij de Israëlische douane buitengewoon onaangenaam en vreeswekkend.

Dat werd nog eens versterkt door mijn ervaring bij het loket. Een vriendelijke Israëlische beveiligingsbeambte vertelde ons flink afstand te houden van het loket om op onze beurt te wachten, want de mevrouw in het hokje hield er niet van wanneer mensen dichtbij stonden te wachten.

In een oogopslag was duidelijk dat de mevrouw in het hokje bijzonder weinig plezier in haar werk had. Wat mij helder voor ogen zal blijven is haar reactie toen ik haar de ETA-IL aanbood. Zij maakte een handgebaar, een gebaar van verwerping. Ik vind het nog niet zo gemakkelijk om te verwoorden wat zo’n schijnbaar onbeduidend gebaar precies bij mij oproept. Maar het maakt glashelder dat haar positie een andere dlis dan de mijne.

Wanneer machtigen hun macht benadrukken, dan weet ik niet of dat veel goeds voorspelt.

De mevrouw vertelde dat zij mijn verhaal niet geloofde. Maar de supervisor – de man die eerder schreeuwde – gaf ons een knipoog en geloofde ons wel. En dus mochten we doorlopen naar een tweede loket waar we ons visum kregen met daarop in vette letters de ongelofelijke woorden: Welcome to Israel!

Gisteren zijn we in Bethlehem geweest. Ik voel me daar erg op mijn gemak. Er wordt geprobeerd ons wat te verkopen, dat kun je verkopers moeilijk kwalijk nemen. De mensen zijn heel erg vriendelijk en gastvrij. Ja, een hele fijne plek om te zijn.

Natuurlijk hebben we ook ‘de Muur’ gezien. Die muur is meters hoger dan de Berlijnse Muur van eertijds. Wat merkwaardig is aan het bouwen van dergelijke muren is dat historisch gezien muren nooit effectief zijn geweest in het bereiken van hun beoogde doelen op de lange termijn. Het fundamentele probleem van dergelijke muren is, zo laat ik mij vertellen, is dat ze symptomen behandelen in plaats van oorzaken. Ze zijn misschien kortstondig effectief maar leiden nooit tot duurzame oplossingen.

In Bethlehem bevindt zich het graf van Rachel. Maar Israël heeft de Muur zo gebouwd dat het graf alleen vanuit Jeruzalem te bezoeken valt. De facto heeft Israel deze religieuze plek geannexeerd, ondanks het feit dat deze plaats voor verschillende religies van betekenis is. Raar is en blijft dat Israël dit allemaal kan doen zonder noemenswaardig protest van politici – waarvan vooral de Nederlandse de kunst als geen ander verstaan om de andere kant op te kijken.

Maar voor de aardigheid: kan iemand van de VVD, BBB, NSC, CU of SGP (of iemand die op een van deze partijen heeft gestemd) mij uitleggen waarom ik hier op mijn hoede moet zijn voor Israëlische kolonisten en Israëlische militairen? Als Israël zo’n fatsoenlijk, Westers, democratisch en rechtsstatelijk land is, waarom kan ik dan niet gewoon een settlement binnenwandelen en bekruipt mij een zeker ongemak, om niet te zeggen angst, als ik Israëlische militairen in de buurt van Bethlehem zie?

Al met al ben ik nu in zo’n 25 landen geweest, waaronder Rusland, maar nergens heb ik mij zo ongemakkelijk gevoeld als in Israël. Dat is toch raar, niet, voor een met ons en onze politici bevriende natie?

Wie het weet, mag het zeggen.

In