Thuis. Het voelt nog wat onwennig ook al is het allemaal vertrouwd.
Afgelopen donderdag kwamen we om 10 uur ’s morgens bij de toegangspoort van de Israëlische grensovergang. Daar hebben we volgens mij 2 uur moeten wachten. Niet omdat het er druk was. Niet omdat er file was. Nee, de Israëli’s laten mensen gewoon wachten.
Rond een uur of 12 waren we bij de grenscontrole. Opnieuw was alles erg onduidelijk. Je loopt elkaar maar een beetje achterna. Koffers verdwijnen opnieuw naar een onbekende bestemming. Opnieuw ook lange rijen. Wachten. Toen wij eindelijk aan de beurt waren, stond de mevrouw in het hokje op en sprak twee duidelijke woorden: “Sorry, closed.” Buiten stonden heel veel koffers achter een hek. Wachten.
De vriendelijkheid is ver te zoeken, een enkele uitzondering daar gelaten.
Om 14 uur reden we Jordanië binnen. Ik voelde het aan mijn lijf, een soort opluchting. Heel gek. Alsof er een soort beklemming van mij afviel. Het ging ook gepaard met een gevoel van schuld en verdriet: ik was vrij, zo voelde het, terwijl zoveel anderen moesten blijven waar zij waren, onder de intimiderende druk en terreur van Israëli’s.
Daarbij is het contrast met de gastvrije, vriendelijke en goedlachse Jordaniërs ontzettend groot! Onze chauffeur, Izza, was al om 09:30 uur bij de Jordaanse grenscontrole. Uren heeft hij dus staan wachten, en toen hij ons zag, kwam hij breed lachend op ons af. Vergeleken met Israël is Jordanië een onvoorstelbare verademing. Het is dat je ervoor moet vliegen en ik maar 3 woorden Arabisch ‘spreek’, anders zou het mijn vaste vakantieland worden, ondanks de hitte.
Toen we ’s avonds in Madaba ons aan de shisha waagden, werd ik mij opnieuw bewust van het grote verschil tussen mijn gewone leven en het leven in Palestina. Dat zit niet in het roken van de shisha (wat overigens heerlijk is). Het zit ook niet in de aangename omstandigheden. Het zit ook niet in de vriendelijkheid van de Jordaniërs. Het verschil is een heel basaal gevoel van veiligheid, de afwezigheid van angst. Dat je niet bang hoeft te zijn voor je medemensen.
Eén van de kernprincipes van Tent of Nations luidt: “We refuse to be enemies” – wij weigeren vijanden te zijn. Dat principe klinkt hier vanuit het vredige Zeerijp super simpel, maar in Palestina, waar kolonisten allesbehalve vredelievend tegenover je staan, is dat principe nog zo gemakkelijk niet. Tenminste, dat zou het voor mij niet zijn. En toch houden veel Palestijnen dit kernprincipe hoog, ondanks alles, hoe beroerd en onrechtvaardig zij ook door Israëli’s worden behandeld. Voor hen maak ik een hele diepe buiging.
