Vandaag naar Bethlehem geweest.
Precies zoals vorig jaar was de Geboortekerk helemaal leeg. Er was geen enkele toerist te bekennen. Dat bleek ook uit de vraag die een winkelier stelde: you are not a tourist, what brings you here? Al heel lang blijken er geen toeristen te komen, alleen diplomaten en medici. Voor een stad die op toerisme draait, is dat een onvoorstelbare ramp.

In de taxi naar Bethlehem bedacht ik mij dat Israel een racistisch land is. Palestijnse nummerborden zijn anders dan Israëlische. En op grond daarvan wordt een onderscheid gemaakt. Op basis van afkomst of ‘ras’. Je rijdt langs muren die een scheiding maken tussen Israëliërs en Palestijnen, tussen mensen met meer en mensen met minder rechten, tussen ‘hogere’ mensen en ‘lagere’ mensen, tussen winnaars en verliezers, tussen machthebbers en machtelozen.
En dus zijn sommige wegen alleen toegankelijk voor Israeliers. Vergelijkbaar met parken en bankjes die in de vorige eeuw alleen voor blanken of Ariers beschikbaar waren.
Op volstrekt willekeurige momenten kunnen wegen afgesloten worden voor Palestijnen. Soms moet er dan uren omgereden worden. Soms lukt het helemaal niet om op de plaats van bestemming te komen.
Op dit moment is het hier ook warmer dan 30 graden. In de afgelopen dagen hebben de Israëliërs het water in Bethlehem afgesloten. De meesten hebben inmiddels wel iets van een voorraad ingeslagen. Maar de onzekerheid wekt natuurlijk spanning: zal er weer water zijn voor de voorraad op is?
In de afgelopen week hebben de Israëliërs ook de brandstoftoevoer afgesloten. Daardoor was het rustig op straat in Bethlehem. Mensen sparen brandstof want niemand weet wanneer de toevoer weer opgang zal komen.
Al langer doen de Palestijnse gebieden mij denken aan een ghetto. Kenmerkend voor een ghetto is, denk ik, dat degenen die controle hebben over de muren en de poorten bepalen wie en wat erin of eruit gaan. Het verleden en heden leert dat wie de voedseltoevoer controleert, de mensen binnen de muren langzaam maar zeker uit kan laten sterven. Eerst de zwakken, de kinderen en ouderen. Daarna de inmiddels verzwakte sterken. Wie geduld heeft en dit strategisch plant, wie lessen leert uit het verleden, kan hele groepen laten sterven zonder al te veel internationaal gedoe over zich af te roepen.
Vanavond las ik de reactie van mevrouw Yesilgöz op ‘Douwe Bob’: “Kinderen wordt een optreden geweigerd om wie ze zijn: Joods.” En natuurlijk mevrouw Van der Plas: “Voor de ogen van Joodse kinderen, die elke dag naar hun zwaar beveiligde school moeten, omdat hun leven onveilig is door antisemitisme.”
Deze reacties slaan dus op een optreden van Douwe Bob op een feestje. Ik vraag mij echt af of mevrouw Yesilgöz en mevrouw Van der Plas ooit op de West Bank zijn geweest, ooit een Palestijns kind hebben gesproken die worden geweigerd om wat zij zijn: Palestijns.
Ik hoor hier de bommen op Gaza vallen.
Zijn mevrouw Yesilgöz en mevrouw Van der Plas onlangs in Gaza geweest misschien? Hoe zou mevrouw Van der Plas de omstandigheden van de kinderen daar omschrijven?
De mate van hun verontwaardiging over ‘Douwe Bob’ staat in geen enkele verhouding tot hun mate van verontwaardiging over het lot van Gazaanse kinderen.
‘Nie wieder’. Dat betekent ook dat het ene kinderleven niet meer of minder belangrijk is dan een ander kinderleven.
‘Nie wieder’. Helaas zijn onze politici hier niet in geslaagd en is het ons, burgers, niet gelukt om de mensen te kiezen die daar misschien wel in hadden kunnen slagen.
Een volk krijgt die leiders die het verdient. Buitengewoon spijtig is dat andere volken daar vaak de prijs voor moeten betalen.